H2748 en H2745
Twee ikonen met verhalen over de Boom des Levens
Periode: 18e eeuw
Afmeting: 27,5 x 29,5 cm en 28 x 34,5 cm
Omschrijving
Deze beide ikonen waren ooit onderdeel van een grote ‘pelgrimsplattegrond’ van het Heilige Land. Er zijn meerdere iconografieën te herkennen, zoals de Doop van Christus en de opwekking van Lazarus. Zo’n kaart of plattegrond toont verschillende ikonen en bedevaartsplaatsen die zich in en rondom Jeruzalem bevinden. Omdat pelgrims de plattegrond in opgerolde toestand moesten kunnen meenemen naar huis, werd met eitempera op linnen geschilderd. Dit maakte de landkaarten tegelijk ook heel kwetsbaar, waardoor er maar weinig complete exemplaren zijn overgebleven.
Helena, de moeder van keizer Constantijn, gaf volgens de overlevering aan het eind van de derde eeuw opdracht om in Jeruzalem op zoek te gaan naar het kruis van Christus. In de eeuwen daarna ontstonden meerdere legenden over het ware kruis van Christus, waaronder het verhaal dat het kruis gemaakt zou zijn uit de boom des levens die in het paradijs stond. Adam smokkelde takken mee uit de hof van Eden, die via aartsvader Abraham bij Lot terechtkwamen. Lot ontfermde zich over de takken, plantte ze in de grond en gaf ze regelmatig water. Uiteindelijk groeide er weer een volwassen boom uit, die iedere dag door Lot van vers water uit de Jordaan werd voorzien. De duivel wilde het groeien van de boom stoppen en vermomde zich als pelgrim. Hij ging naast de weg liggen waar Lot iedere dag met zijn ezeltje met waterkruiken langskwam. Op het moment dat Lot en de ezel naderden, begon de duivel te kermen dat hij dorst had en op het punt stond te bezwijken. Lot wilde de arme pelgrim natuurlijk graag helpen en gaf hem water uit de kruiken. Tot verbazing van Lot dronk de pelgrim al het water op, waardoor er niets meer over was om de boom des levens water te geven. Lot keerde daarom terug naar de Jordaan om de kruiken opnieuw te vullen. Maar toen hij vlak bij de boom was aangekomen, lag daar weer de duivel vermomd als dorstige pelgrim. Lot gaf de man nogmaals water en keerde met lege kruiken terug naar de Jordaan. Toen Lot die dag bij zijn derde poging de boom water te geven weer de dorstige pelgrim hoorde kermen, doorzag hij dat het de duivel was. Lot riep de duivel toe dat hij kon kermen wat hij wilde en zoveel water kon krijgen als hij maar kon drinken, maar dat het er niet toe zou leiden dat de boom des levens zonder water zou komen te staan. Hierop vertrok de duivel en liet hij Lot verder met rust. Uiteindelijk zou de boom nog groter groeien. Volgens de legende zou koning Salomo later opdracht geven takken van de boom te gebruiken voor de bouw van de tempel van Jeruzalem en zouden nog veel later takken worden gebruikt voor het kruis van Christus.